auteur: Beate Plenter

Harm Plenter: handelsreiziger

Tijdens je werk als vertegenwoordiger kom je veel collega's tegen die ook een kop koffie nemen in het plaatselijke café. Af en toe trof je ze ook in de trein of tram. Vertegenwoordigers van firma's (grossiers) van allerlei artikelen. Tabak, drankenhandel, fourages, textiel, borstelwerken, galanterieën etc. Vaak ook werd er gefietst soms wel van Meppel naar Smilde of Balkbrug, Dwingelo of Vledder, de koffers achter op de fiets. Als jonge vertegenwoordiger (18-22 jaar), toen 'reiziger' genoemd, was Plenter bekend met alle dorpen rond Meppel. Overal kwam hij: van Dedemsvaart tot de dorpen in de Stellingwerven van Friesland. Naar Belt Schutsloot (toen Schutsloot en de Belt genoemd) moest je nog De Belter overvaren met een bootje. Soms kwam hij ook de huisdokter tegen uit Wanneperveen, die ook in een bootje een patiënt had bezocht. Zo kende Plenter alle winkeliers en caféhouders. Daar trof hij dan zijn collega-reizigers. Dat was vaak gezellig. Met je meegebrachte boterham kon je met vijftig cent toe, want een kop koffie kostte 20 cent, drie gekookte eieren een kwartje. Hard werd er wel gewerkt want het was crisistijd en veel werd er niet verkocht. Meestal waren de winkeliers verguld met een bezoek van een reiziger. Het bracht leven in de brouwerij. Een enkele keer had een winkelier geen respect voor iemand die in loondienst was. Zo werd Plenter altijd zeer gastvrij ontvangen bij een winkeliersvrouw in Staphorst. Hij vertelde voorvallen en was leuk voor haar kinderen. Op een keer nadat ze schaterlachten om een gekkigheid, kon ze het niet laten en zei: 'Wat hej toch mooie taanden.' Voor haar dochterje was hij aardig en gaf het kind een portemonneetje. Na 75 jaar reageerde dit kind met een brief na het overlijden van Harm Plenter en schreef ze over haar herinneringen aan hem en dat ze het portemonneetje altijd had bewaard.

Auto

Toen Plenter rond de dertig was had hij een Fordje waarmee hij dus een groter bereik had om klanten te bezoeken. Hij vervoerde zeven koffers voor vijf Amsterdamse firma's, waarvan een koffer de collectie bevatte van een schortenfabriek en een van een lederwarenfirma. Hij had rijles genomen en na drie lessen was het oké. Eens nam hij een taxi om in Giethoorn te komen. De chauffeur reed bij Wanneperveen de sloot in en smeekte Plenter dit niet verder te vertellen, anders was zijn klandizie in gevaar. Plenter beloofde geheimhouding, begrip hebbend voor iemand die toch ook zijn brood moest verdienen.

Harm Plenter als handelsreiziger in zijn T-Ford

Harm Plenter als handelsreiziger in zijn T-Ford

De houtsnip

Het is 1929. Plenter is als vertegenwoordiger van de firma Brul in Zuidwolde. Bestelt een houtsnip en een kop koffie in het café. 'Wat zegt meneer', vraagt de serveerster. Na de herhaalde opdracht sloft de kasteleinse naar de keuken om Jantien te vragen wat een houtsnip wezen kan. De oude moeder blijft in het café en zegt bedremmeld: 'Dat wat meneer vraogt, verkope wij niet.' Als Plenter naar hotel de Vries loopt, moet Jantien vragen bij de Vries wat het toch wezen kan. 'Gewoon een snee roggebrood met keze der tussen en een plak stoet derop', is het antwoord. De oude moeder zegt dan: 'Hoe wet dat drommelse wief van de Vries wat een holtsnippe is'.

Aangeven

Plenter rijdt met zijn Fordje in Fort (bij Zuidwolde). Hij komt bij een winkelier die vraagt: 'As meneer 't bezetten kan, wol meneer dan wel even metgaon um een kind an te geven?' Plenter rijdt de man naar het gemeentehuis in Zuidwolde. De ambtenaar vraagt: 'Is het Jacobus met een c of met een k?' 'Maakt me niet uut', zegt de jonge vader. Nadat Plenter teruggereden is naar Fort vraagt de man aan Plenter die geheelonthouder is: 'Bedankt meneer, mag ik meneer dan een borreltie anbieden?' Plenter legt de man uit dat hij moet werken en al veel tijd verloren heeft, maar wenst de man veel geluk met zijn nieuwe zoon.

Sokken

Plenter komt in een winkel in Zuid-West Drenthe en de winkelier merkt op: 'Ie hebt mij verkeerde sokken verkocht'. 'Wat is er dan met die sokken', vraagt Plenter. 'Veuls te grote fouten, 't is jao niet mooi meer', antwoordt de winkelier. 'Weeffouten? Dan kunt u ze gerust ruilen', antwoordt Plenter en legt andere sokken op de toonbank. 'Gien haor beter', zegt de winkelier. 'Fouten van hier tot gunder.' Dan pas begrijpt Plenter dat de man sokken met grote voeten bedoelt.

Broeken

In de winkel van Brul, waar Harm alleen op zaterdag in de winkel hielp, komt een man met de volgende vraag: 'Ik wil geern veur de vrouw drei gemoltoneerde underbroeken.' 'Die zijn er niet meer, dat word niet meer verkocht, het is geen mode meer', zegt de jonge Plenter, 'maar ik heb wel deze.' 'Nee,' zegt de man, 'zukke flaren wil mien vrouwe niet an. 't Liekt mij ok niet goed toe, as man he 'k dan net zo lief dat ze niks um 't gat hef. Zukke flaren, daor kunt wij wal zunder.'

Onschuld

Plenter komt bij een klant en de vrouw verteld dat ze net een baby heeft gekregen. Plenter haalt onmiddellijk uit zijn koffer een paar babysokjes en schenkt ze aan de jonge vrouw. Die zegt: 'Ik hebbe der al veere, meneer en nou kreeg ik Roelof der ok nog bij. Maor ik wete bij God niet hoe' k daoran komen bin. En de baos wet het ok niet.' De man (Plenter aankijkend) zegt: 'Och, in de slaop joh !'

 

Nieuws

Barbertje moet hangen !! (24-01-08)

In het januarinummer van het tijdschrift van de Historische Vereniging Gemeente Beilen, publiceert Cees van Dijk de resultaten van zijn onderzoek naar een tijdelijk publicatieverbod voor Harm Plenter. De affaire Nijkeuter krijgt een staartje...


Website gestart

Deze website is gestart op 15 oktober 2007

Vergeten historie

Zijn er mensen met foto's, anekdotes of herinneringen over Harm Plenter? Laat het ons weten, stuur een mailtje naar: info @ harmplenter punt nl